Het Bibob-register maakt het mogelijk voor bestuursorganen (zoals burgemeesters) als gemeenten en provincies, om wettelijk bepaalde informatie over (rechts)personen in het kader van de Wet Bibob centraal te registreren. Ook het Landelijk Bureau Bibob (LBB) registreert de vereiste informatie in het register. Op die manier kan het LBB deze informatie desgevraagd verstrekken aan andere bestuursorganen die naar diezelfde (rechts)persoon zelfstandig Bibob-onderzoek doen. Het gaat hierbij om het registeren van gevaarsconclusies of meldingen van terugtrekkingen daarvan in het kader van de Wet Bibob. Het Bibob-register is al per 1 oktober 2022 in werking getreden, maar voor velen nog geheel onbekend. Via deze blog zetten wij de belangrijkste gevolgen van het Bibob-register voor u kort uiteen.
De Wet Bibob wordt toegepast op, onder andere, vergunningsaanvragen. Een bestuursorgaan start altijd eerst zelf met een eigen onderzoek. Als bij een vergunningsaanvraag een redelijk vermoeden ontstaat dat de vergunning mogelijk zal worden gebruikt om strafbare feiten te faciliteren of het witwassen van crimineel vermogen, dan zal veelal in de praktijk het LLB worden ingeschakeld om diepgaander onderzoek te doen. Het LBB brengt uiteindelijk een advies uit, waarin de mate van gevaar wordt weergegeven. Het kan gaan om een ernstig gevaar, mindere mate van gevaar of geen gevaar dat de vergunning mogelijk zal worden gebruikt om strafbare feiten te faciliteren dan wel crimineel geld te witwassen. Op basis van deze gevaarsconclusie wordt de betreffende aangevraagde vergunning dan geweigerd, verleend of verleend met inbegrip van voorwaarden. Deze gevaarsconclusie wordt daarna landelijk geregistreerd in het Bibob-register.
Als gevolg van deze registratie kan het zo zijn dat een (bestuursorgaan van een) andere gemeente, waar een (geheel andere) vergunning wordt aangevraagd, het Bibob-register gaat raadplegen. Dan zal onmiskenbaar bekend worden dat eerder elders een vergunning is geweigerd op basis van een nadelige gevaarsconclusie en zal het niet geheel onwaarschijnlijk zijn dat de aangevraagde vergunning in een andere gemeente ook zal worden geweigerd. Er zal sprake zijn van een niet in te schatten kettingreactie.
Niet alleen kan het Bibob-register geraadpleegd worden bij nieuwe vergunningsaanvragen, maar ook tussentijds ambtshalve door bestuursorganen. Dit betekent in de praktijk dat als een vergunninghouder lopende geldige vergunningen heeft, en er een weigering van een nieuw aangevraagde vergunning plaatsvindt en de mate van gevaar ook wordt geregistreerd in het Bibob-register, dat de lopende geldige vergunningen elders (andere gemeenten) op het spel zouden kunnen komen te staan. Immers, vergunningen kunnen ook op grond van de Wet Bibob tussentijds worden ingetrokken door het daartoe bevoegde gezag.
Het belang is als volgt. Bij vermeende verzekeringsfraude, waarbij een vermeend fraudeur in het interne of externe register* wordt geregistreerd, kan voor de verwijdering daaruit worden geprocedeerd. Er staat als het ware rechtsbescherming open tegen de opname van de registratie in het betreffende register. Bij de opname in het Bibob-register bestaat deze mogelijkheid niet. De enige rechtsbescherming die iemand heeft tegen een negatieve registratie van een gevaarsconclusie in het Bibob-register is om te ageren tegen de weigering op grond van de Wet Bibob van de aangevraagde vergunning in kwestie. Tegen de weigering van een vergunning staat bezwaar open. Daarna kan beroep bij de rechter en hoger beroep bij de hoogste bestuursrechter, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, worden ingesteld.
* Het Incidentenregister (intern) en het Extern Verwijzingsregister zijn twee registers van financiële instellingen. Dit kunnen banken zijn, maar ook verzekeraars maken gebruik van deze registers. Je kunt ze beschouwen als een zwarte lijst. Als je eenmaal in één van deze registers wordt opgenomen, is het bijzonder moeilijk, zo niet onmogelijk, om nog zaken te doen met een financiële instelling.
Het is daarom altijd zeer belangrijk om bij de weigering van een vergunning op grond van de Wet Bibob direct te ageren en te voorkomen om het besluit onherroepelijk te laten worden. Een onherroepelijk besluit, dat in rechte niet meer onaantastbaar is, zal nooit meer kunnen worden aangevochten. In de kern betekent dit een Bibob-registratie voor in ieder geval de duur van 5 jaar. Registraties van gevaarsconclusies blijven 5 jaar aanwezig in het systeem en worden daarna automatisch opgeschoond. Het verwijderen van een dossier uit het Bibob-register is alleen nodig wanneer er sprake is van een ten onrechte of foutief ingevoerde gevaarsconclusie of wanneer na een procedure is gebleken dat een gevaarsconclusie geen standhoudt.
Mocht u zich geconfronteerd zien met een ‘Wet Bibob-probleem’, dan adviseren wij u om direct een advocaat in te schakelen. Ons kantoor is gespecialiseerd in Bibob-kwesties en adviseert u graag.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!