Het maximale toelaatbare geluidsniveau binnen een horeca inrichting wordt bepaald door de Wet Geluidhinder, de Wet milieubeheer en het daarvan afgeleide Activiteitenbesluit. In deze wet- en regelgeving zijn normen opgenomen waaraan geluidsproductie dient te voldoen. Deze normen worden afgeleid van het maximaal toelaatbare geluidsniveau op de gevel van nabij gelegen meetpunten. In de regel zijn dit woningen, maar dit kunnen ook ander soortige geluidgevoelige bestemmingen zijn zoals bijvoorbeeld een ziekenhuis.
De geluidnormen gelden op de gevel van geluidgevoelige bestemmingen, maar ook bijvoorbeeld binnen in- of aanpanding gelegen woningen. In het geval van een in- of aanpandige woning moet dus ook het geluidsniveau binnenin de woning (althans de relevante vertrekken, zoals een slaapkamer) worden gemeten.
Het is dus niet zo dat wet- en regelgeving een standaard objectieve norm vastleggen voor een horecabedrijf: Deze norm wordt afgeleid van de in de omgeving aanwezige meetpunten. Is een horecabedrijf heel goed geïsoleerd, dan kan een hoog geluidniveau worden geproduceerd, is er echter sprake van slechte isolatie en/of zeer nabij gelegen meetpunten, dan kan dit geluidniveau lager worden. Voorts is nog van belang dat het toegelaten geluidsniveau afneemt naarmate het later wordt: tot 19.00 is er sprake van een zogenaamde dagperiode, tussen 19.00 uur en 23.00 uur van de avondperiode en na 23.00 uur tot 07.00 uur van de nachtperiode. Niet verwonderlijk zijn de normen in de nachtperiode het strengst en in de meeste gevallen dus ook maatgevend.
Bij het beginnen van een horecabedrijf (of het -soms- overnemen daarvan) zal aandacht worden besteed aan de geluidsproductie die toelaatbaar is. Voor een restaurant is immers minder geluidsruimte vereist dan bijvoorbeeld voor een druk bezocht café of een discotheek. De maximaal toelaatbare geluidsruimte is echter geen vast gegeven: als zich in de omgeving wijzigingen voordoen ten aanzien van de relevante meetpunten, dan kan dit gevolgen hebben voor de hoeveelheid geluid die geproduceerd mag worden in het horecabedrijf. Komen er in de omgeving bijvoorbeeld woningen bij, dan komen er ook meetpunten bij, waardoor het geluidsniveau mogelijkerwijs lager moet worden.
Daarbij is van groot belang dat onder huidige vigeur van de wet- en regelgeving de bestemming van naastgelegen gebouwen doorslaggevend is. Waar vroeger het feitelijk gebruik doorslaggevend was, is als gevolg van wetswijzigingen thans de wijze van bestemmen in beginsel doorslaggevend. Een voorbeeld: als er vroeger in het kantoorgebouw naast het horecagebouw “illegaal” gewoond werd, kon deze vorm van bewoning soms toch bescherming vinden tegen te hoge geluidsproductie van het daarnaast geleden horecabedrijf. Thans is dat alleen het geval als er ook sprake is van een bestemming in het vigerende bestemmingsplan welke bewoning toelaat. Andersom geldt echter ook dat bij het omzetten van een bestemming van kantoor naar woning deze woning als meetpunt meegenomen dient te worden. Dit geldt in beginsel ook in geval er vroeger sprake was van een bedrijfswoning (onder de oude regelgeving niet altijd meegenomen als meetpunt). Er kunnen dus als gevolg van het wijzigen van het bestemmingsplan meetpunten verschijnen of verdwijnen.
Het is daarom van groot belang om bij het wijzigen van een bestemmingsplan niet alleen na te gaan of de eigen bestemming juist wordt opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan, maar ook om na te gaan welke bestemmingen in de directe omgeving worden toegekend.
Wordt er vastgesteld dat het wijzigen van het bestemmingsplan voorziet in een toename van de relevante meetpunten, dan verdient het zeker aanbeveling om daar een zienswijze tegenin te brengen en/of tegen het vaststellen van een dergelijk bestemmingsplan te procederen.
Mocht dit allemaal geen soelaas bieden, dan kan nagegaan worden of op grond van een planschadeclaim de kosten van mogelijk vereiste aanvullende isolatiemaatregelen op de gemeente verhaald kunnen worden.
Tips:
- Wees alert op voorgenomen bestemmingswijzigingen. De gemeente is niet verplicht om iedereen apart op de hoogte te stellen van het wijzigen van het bestemmingsplan. Zij moet dit wel op de daarvoor vereiste manier publiceren, maar dit zijn algemene publicatie wijzen in bijvoorbeeld gemeente bladen en/of de gemeentelijke website. Eigen oplettendheid is dus vereist.
- Ga bij het checken van het voornemen tot wijzigen van het bestemmingsplan niet alleen het eigen pand na, maar bekijk ook in hoeverre erop de “directe” omgeving zich mogelijk wijziging voordoen die van invloed kunnen zijn op de exploitatie van de zaak.
- Indien zich potentieel negatieve wijzigingen voordoen, dien dan een zienswijze in op dit voornemen tot wijzigen van het bestemmingsplan en teken tegen de mogelijke vaststelling van het bestemmingsplan met nadelige gevolgen beroep aan bij de Raad van State. Geef tijdig bij de gemeente aan dat het herbestemmen van panden in de omgeving tot bijvoorbeeld woningen kan leiden tot schade, welke schade mogelijkerwijs verhaald wordt op de gemeente. Wellicht zet dit voldoende druk om de gemeente laten afzien van het herbestemmen tot woningen.
- Win bij twijfel altijd advies in bij een deskundige. De termijnen voor het indienen van een zienswijze en aan het aanteken van beroep zijn fataal als ze niet gehaald worden. Achteraf kan dan alleen nog een beroep gedaan worden op eventuele schadevergoeding, maar schade dient liever voorkomen te worden.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!